Zieuwentse perikelen

zondag 25 juni

Vrouw 3.763.014 die we in op 24 juni plotseling aantroffen in een nestkast in Meddo alwaar ze het legsel van een ander vrouwtje leek te hebben overgenomen, was afkomstig van een nestkast in Zieuwent. Ze broedde daar in 2014. In 2015 en 2016 troffen we haar niet en en haar plaats ingenomen door een ander vrouwtje. Verplaatsingen van reeds gevestigde volwassen dieren komen niet veel voor en deze situatie vormde de aanleiding eens in de historie van het territorium in te duiken. De nestkast was in 1997 voor de eerst keer en met uitzondering van 1999 sindsdien alle jaren bezet. We zetten de jaren 2011 tot en met 2017 op de rij.

2011

Op 30 april ringen we vrouw 3.689.707. Alle 4 eieren komen uit, maar op 21-5 ligt er een dood jong in de kast en op 4 juni is de kast leeg. De jongen waren toen nog te klein om uitgevlogen te kunnen zijn. Geen man aangetroffen dat jaar.

2012

Op 3 maart treffen we vrouw 3.689.707 en een geringde man (3.689.722), door ons als nestjong geringd op 21-5-2011, 2 kilometer verderop. Vrouw 3.689.707 legt vier eieren en alle jongen verlaten het nest. Man 3.689.722 wordt in het najaar van dat jaar dood aangetroffen op het erf.

2013

Op 15 februari treffen we vrouw 3.689.707 en een ongeringde man. Hij krijgt nummer 3.752.456. Er vliegen dat jaar 2 jongen uit (3 eieren). Man 3.752.456 niet meer aangetroffen.

2014

Op 1 maart ringen we een nieuwe man en een nieuwe vrouw: 3.763.014 (v) en 3.763.015 (m). Vrouw: 3.763.014 treffen we op 26 april en 10 mei op 3 eieren. Het legsel mislukt. Mogelijk is een van de drie eieren uitgekomen, in de twee andere bevindt zich een embryo op punt van uitkomen. Man 3.763.015 niet meer aangetroffen.

2015

Op 21 februari een nieuwe man en vrouw geringd: 3.771.394 en 3.771.395. Op dat moment niet duidelijk wat de man was en wat de vrouw. Op 9 mei treffen we een ongeringde vrouw: ze krijgt ringnummer 3.771.414. Ook 3.771.394 - waarschijnlijk een man - zit in de kast. Onder de nestboom vinden 3.771.395, dood, niet vers meer. Bij het vervangen van de kast in december van dat jaar, krijgen we de mededeling dat 3.771.394 een paar dagen eerder dood op de weg is aangetroffen. In de kast vrouw 3.771.414 met een nieuwe man: 3.768.994, op 22-5-2014 geringd in Halle door een collega-ringer, 3 kilometer verderop. Er vliegen geen jongen uit.

2016

Op 30 april treffen we het vrouwtje uit 2015: 3.771.414. Ze brengt 4 jongen groot. Geen man aangetroffen.

2017

Op 25 februari ringen we opnieuw een nieuwe vrouw: 3.817.373. Van het vrouwtje uit 2015/2016 geen spoor. Ook een nieuwe man: 3.817.374. Op 28 april treffen we haar broedend op 3 eieren. Op 13 mei liggen er nog slechts 2 eieren en op 26 mei is het nest leeg.

Samengevat

In 7 jaar tijd 5 verschillende vrouwtjes, 6 verschillende mannetjes, een legselgrootte die 0,6 lager ligt dan het gemiddelde, een nestsucces van 42,3 % en gemiddeld slechts 1,4 jong per jaar uitgevlogen. Zonder te vergelijken met andere territoria moge duidelijk zijn dat de hoge mate waarin de adulten elkaar opvolgen, de achterblijvende legselgrootte en het lage nestsucces duiden op een kwalitatief slecht territorium. Mogelijk een reden waarom .014 er voor koos elders haar heil te zoeken. 

 

< Terug naar overzicht

Steenuilen rond Winterswijk